Honderd jaar na de eerste atoombom verbergt een groep militanten zich op het Nederlandse platteland in een bunker uit de Tweede Wereldoorlog. Ze communiceren in een landelijk dialect met buitenlandse accenten en bouwen een wapen uit de overblijfselen van de hightech-cultuur. Geïnspireerd door de theorieën over geweld van de filosofen Paul Virilio en Jean Baudrillard, hergebruiken ze oude elektronica om een ultieme daad van symbolisch terrorisme te plegen.