Na twee jaar als student in Boston te hebben doorgebracht, bezoekt een 22-jarige zijn geboorteland Moldavië. Het is april 2009. Mensen verzamelen zich in de straten van Chisinau en de oproep heeft zich via sociale netwerksites verspreid. Ze demonstreren tegen de communistische autoriteiten die de verkiezingsresultaten hebben vervalst. Ze veroveren en plunderen het parlement en de presidentiële gebouwen. De demonstranten dragen documenten, meubilair en kantoorapparatuur mee. Onze hoofdpersoon komt uit het huis van een vriend met zijn eigen computermonitor. Hij wordt aangezien voor een demonstrant, brutaal in elkaar geslagen door de politie en naar het politiebureau gebracht. Zijn ondervrager is een ervaren majoor. De autoriteiten kunnen alles doen. Gebaseerd op echte gebeurtenissen stelt de film vragen over vrijheid, gerechtigheid en de prijs van het menselijk leven.