We bevinden ons grofweg in wat nu Wales is, in een onbepaalde periode tussen de 5e en 6e eeuw.
Op de derde verjaardag van de kleine Arthur, (toekomstige heerser van het koninkrijk), zoon van koning Uther, valt de boze koning Lavik (die wordt gesteund door een heks genaamd Medessa) met zijn soldaten het kasteel van Camelot aan en steekt het in brand. Koning Uther kan, ondanks dapper vechten, niet ontsnappen aan een zwaardslag die Lavik van achteren toebrengt en wordt gedood. De prins weet zichzelf te redden doordat de profeet Merlijn hem uit een geheime doorgang haalt en hem toevertrouwt aan de ridder Hecthor, die hem zal opvoeden als zijn eigen zoon.